Zoals gezegd, vroeg uit de veren, we gaan op pad! Gelukkig is iedereen precies op tijd en zitten we lekker op tijd in de bus. Ook hier wordt weer pijnlijk duidelijk dat de Gambianen maar kleine mensen zijn, Bas zit met z’n knieen compleet klem tegen de zitting ervoor. Gedurende de rit over soms asfalt maar meestal zand doet het nog wel eens oei en au.
De busrit naar de lodge vanwaar we vertrekken gaat dwars door Sekunda, de grootste plek van Gambia, (200.000 inwoners) volgens de Gids (genaamd Paapa) moeten we onze ogen maar even goed de kost geven hoe rustig het er nu is.
Aangekomen bij de lodge (een 3 verdieping tellend palenhuis) begint de zon al op te komen, de warmte is al direct merkbaar. Na een grote bak goede koffie en een sanitaire stop gaan we aan boord van de kano om vogels te spotten in het mangrove gedeelte.
Onze vogel gids Charlie heeft een goed humeur en verstand van vogels, in de vele gevallen heeft hij zelfs de Nederlandse naam bij de hand (en weet het redelijk uit te spreken) Toch is het knap om een vogel enkele honderden meters van ons vandaan tegen de zon in te spotten. Ok we zien hem wel maar of het nu de geelgerande waterjuffer of een stern is…..
De tocht die we maken is een hele mooie, de zon is inmiddels opgekomen en het water gebint al te dalen. De oesters aan de mangroven wortels worden al zichtbaar. Erg bijzonder om te zien dat het in zo’n rivier gewoon eb en vloed is. Dit eb en vloed gebruiken ze ook voor het repareren van boten, de titanic ligt hier op z’n zij in het water, wij dachten dat de boot gewoon half gezonken is, maar het schijnt dat deze gewoon gerepareerd wordt tijdens eb omdat hij zo mooi op een zandbank ligt…Rare jongens die Gambianen.
Na een ontbijtje nog wat krabbetjes en andere rare vis/kikkers (modderkruipers) gespot te hebben gaan we richting Agubuku National Park.
Aangekomen bij dit park beginnen we aan de trip die 2 uur zou duren door het park. Paapa is onze gids, helaas heeft paapa alleen verstand van mieren en hardlopen dus we gaan erg hard door het park. De krokodillen zijn verstopt en volgens Paapa komt dat doordat het onlangs heeft geregend…naar ons idee hebben deze dieren regen nodig en zul je ze juist bij het water aantreffen…
Door het flinke tempo van Paapa zien alleen de voorste 4 mensen (Gelukkig Pippelien ook) de enige spannende spot; twee grote black mamba’s (grote zwarte giftige slangen). De achterste 4 mensen (waaronder Bas) hebben ze compleet gemist…
Halverwege het park is er een opvang voor bavianen. Bavianen welke in het binnenland worden gevangen of afgenomen door de politie worden hier gevangen gehouden totdat ze weer terug kunnen de natuur in. Voor de bavianen hier gaat dat nog wel even duren, verschrikkelijk aggressief stormt het mannetje op het hek af…
Naast de bavianen hebben ze hier ook een drietal Heyena’s in dit geval zijn het drie flink grote beesten, in het hok waar ze zitten hebben ze voldoende ruimte maar worden ze wel lastig gevallen door de Gieren. Het voer van de Heyena’s wordt namelijk ook aanbgevallen door de Gieren!! Lekker smakelijk geheel allemaal, karkassen overal in het hok en druk vechtende gieren!
De souvenir shop ninhet park wil maar wat graag iets aan ons verkopen, het hoofd seizoen moet nog beginnen dus men heeft een lange periode achter zich van weinig geld verdienen. Mensen moet het hier vooral hebben van toerisme en daarna landbouw…men heeft hier geen olie of andere winstgevende grondstoffen.
Na de verkopers te hebben achtergelaten gaan we weer richting het hotel, onderweg komen we weer door serakunda, nu helemaal zwart (letterlijk en figuurlijk) van de mensen. Overal kraampjes, van autobanden tot bankstellen, alles is te koop. De snelheid die je in zo’n menigte met een bus haalt is ook erg laag, helemaal wanneer er af en toe gewoon een auto stuk gaat en vervolgens moet worden weggeduwd,erg leuk om eens te zien!
Wanneer we weer bij het hotel komen gaan we weer lekker naar het strand, ff weer relaxen wat eten en lekker op tijd naar bed weer wat slaap inhalen!